Historie deployments

Van 1977 t/m 1993 was de vliegbasis Gilze-Rijen gastheer voor zeven deployments van de USAF, waarbij A-7’s, F-15’s en F-117’s betrokken waren.

Koude oorlog

In de zestiger en zeventiger jaren draait de koude oorlog nog op volle toeren en het Russische overwicht op het gebied van conventionele strijdkrachten – troepen, tanks, pantserwagens en vliegtuigen – is enorm. Dit baart de NAVO en vooral de VS ernstige zorgen en er worden dan ook plannen gemaakt om de inadequaat geachte Europese defensie ten tijde van een crisis snel te kunnen versterken. Het idee is dat eenheden van de Amerikaanse Luchtmacht snel de Atlantische Oceaan over moeten steken om binnen korte tijd vanaf vooruitgeschoven bases in West-Europa operationeel te kunnen zijn. In 1968 begon de USAF al met de Coronet oefeningen en in 1969 kwamen daar de Crested Cap deployments bij die in het kader van REFORGER (REdloyment FORces to GERmany) op USAF bases in West-Duitsland plaats vonden. Men wil dit echter sterk uit gaan breiden en daaraan zijn twee voorwaarden verbonden: Er moeten geschikte bases zijn met voldoende faciliteiten en er moet uiteraard geoefend kunnen worden. Gilze-Rijen wordt aangewezen als zo’n Collocated Operating Base (COB) en er worden, in een willekeurig patroon, 17 grote versterkte betonnen shelters gebouwd aan de zuidzijde van de hoofdbaan. In augustus 1977 is de bouw van deze onderkomens voltooid en het oefenen kan beginnen.

 

Piraten op deployment

Op 6 september 1977 begon het eerste USAF deployment op de vliegbasis Gilze-Rijen met de aankomst van achttien A-7D Corsairs van de Air National Guard. De toestellen waren afkomstig van 140 TFW uit Colorado en 150 TFG uit New Mexico. De commandant van de Amerikanen brigadegeneraal John L. France, in het dagelijkse leven advocaat, werd na een non-stop vlucht van bijna acht uur verwelkomd door de CoCTL generaal D. Boks en basiscommandant kolonel B. van der Spek. Bij het deployment waren in totaal ongeveer 350 manschappen betrokken die, met uitzondering van de vliegers, door Starlifters overgevlogen werden en ondergebracht werden in het kamp Prinsenbosch.

De codenaam voor de oefening was: “Coronet Ante” en samen met 316 squadron KLu namen de Amerikanen deel aan de grote NAVO-oefening Cold Fire die onder meer bedoeld was om de samenwerking tussen leger- en luchtmachteenheden te trainen. Er werd daartoe o.a. geoefend in Forward Air Control boven West-Duits grondgebied, waarbij de Amerikanen onderweg besprongen werden door Starfighters, NF-5’s, Harriers en Phantoms. Onderling hadden de Amerikanen een leuke codenaam voor het FAC-gebied: “Bang-bang-whoopie”!
Naast Cold Fire stond ook nog de oefening “Double Dutch” op het programma waarbij live munitie afgevuurd werd op de range en wel met een dusdanige accuratesse dat de KLu problemen kreeg met de beschikbare oefendoelen.

Russische spionnen

Het volgende deployment stond aanvankelijk gepland voor 1980 maar werd twee jaar uitgesteld. Wellicht waren de perikelen rondom de invoering van de F-15, in het bijzonder de “engine-stall” problematiek, hier debet aan. Op 17 mei 1982 kwamen dan toch twaalf F-15A’s van de 1st Tactical Fighter Wing te Langley aan op de Brabantse basis. De eerste spotters en andere belangstellenden waren ’s morgens al rond acht uur aanwezig maar het geduld werd danig op de proef gesteld want pas om half acht ’s avonds kwam de eerste wave van zes binnen, na een half uurtje gevolgd door de rest. Alle toestellen waren van 27 TFS en het squadron stond onder commando van Vietnamveteraan kolonel Jim Hardenbrook.

De taak van het 27ste was dit keer anders dan die van hun voorgangers, de Corsairs. De bedoeling was dat de Eagles fungeerden als cover voor de NF-5’s van 316 wanneer deze op weg waren naar het operationele gebied, de Noordduitse laagvlakte, om het eerste legerkorps te ondersteunen aan het front. Wellicht hadden de Amerikanen tijdens Coronet Ante zelf ervaren dat de route naar en van het front bepaald niet helemaal zonder tegenstand gevlogen kon worden. Hoe dan ook, de samenwerking tussen het Nederlandse en Amerikaanse squadron verliep goed en er was ook sprake van een overweldigende publieke belangstelling. In een interview met het Nieuwsblad van het Zuiden verklaarde basiscommandant kolonel J. Kingma zelfs dat er ook belangstelling was van spionnen uit het Warschaupact. Of dit nou op feitelijke informatie berustte of meer een idee van de kolonel zelf was laten we hier maar in het midden.

Het transport voor de oefening werd uitgevoerd door een aantal Starlifters, die in die tijd nog in het statige grijswitte kleurenschema gespoten waren. Coronet Sidewinder kwam ten einde op 4 juni maar op die dag waren er slechts twee C-141’s omdat een groot deel van het materieel en grondpersoneel over de weg naar Soesterberg ging. Daar begon immers op 7 juni een ander deployment en wel van het 71ste TFS, eveneens behorend tot de 1st TFW.

Coronet Mescalero

Op het derde deployment moesten we wederom enkele jaren wachten. Waarschijnlijk speelde het feit dat Gilze-Rijen in 1984 gastheer voor de Tactical Air Meet was hierbij ook een rol. Op 27 mei 1986 was het dan eindelijk weer zover; twaalf F-15A’s streken tussen half acht en half negen ’s avonds neer op het Gilzer beton voor Coronet Mescalero. Opnieuw Eagles dus – we zouden ze nog vaker zien in de daarop volgende jaren – dit keer afkomstig van de 49th TFW gebaseerd te Holloman in New Mexico.

Alle toestellen waren van het 7th TFS en stonden onder commando van luitenant-kolonel Mike Guth. De unit was om twee uur ’s nachts lokale tijd, tien uur ’s ochtends bij ons, opgestegen en na precies 9 uur en 42 minuten vliegen en vijf keer bijtanken in de lucht arriveerden de Amerikanen stijfjes en vermoeid op Gilze-Rijen.

Tijdens hun verblijf in Nederland namen de F-15’s deel aan de grote NAVO-oefening Central Enterprise en aan de basisoefening Were Di. Ze waren overigens niet alleen want het zustersquadron 9 TFS was gelijktijdig op deployment te Soesterberg. Helaas voor de Gilze-spotters ging al het Amerikaanse transport, ook dat voor Coronet Mescalero, naar Soesterberg omdat de hoofdbaan op Gilze-Rijen eigenlijk aan een grote opknapbeurt toe was en men het niet verantwoord vond om de zware Starlifters vanaf deze baan te laten opereren. Op 24 juni keerden de Amerikanen weer huiswaarts.

Black Sheep

Eén jaar na Mescalero, stond de volgende Amerikaanse verplaatsing naar Gilze-Rijen alweer op het programma in de vorm van Coronet Scout. Bij de aankomst van de F-15’s voor dit deployment werd van de spotters wederom wat geduld gevraagd. Die aankomst stond namelijk gepland op 27 mei maar omdat er op het laatste moment onvoldoende tankers beschikbaar waren om het squadron te begeleiden werd de oversteek twee dagen uitgesteld. Het gevolg hiervan was dat op woensdag 27 mei honderden spotters en andere belangstellenden een vruchteloze dag doorbrachten in de bermen van de Langenbergseweg. Toen het twee dagen later eindelijk zover was trad er nog eens een vertraging van enkele uren op vanwege slecht weer in de Verenigde Staten maar uiteindelijk op vrijdagmiddag om half vijf zette de squadroncommandant luitenant-kolonel Jerry Coy dan toch als eerste zijn toestel neer op baan 28. Leuk detail: Op de binnenkant van de fors bemeten remklep van Coy’s arend stond de tekst “Big Daddy Sheep”! Dit had ongetwijfeld te maken met het feit dat het 8ste in de tweede wereldoorlog al bij de 49th Fighter Group vloog en als bijnaam “Black Sheep” had. Jammer genoeg was de baan op Gilze nog steeds niet volledig hersteld en dus gingen de begeleidende transporttoestellen opnieuw aan de neus van de lokale spotters voorbij. Die moesten opnieuw naar Soesterberg om een glimp van de Starlifters op te kunnen vangen.

Tijdens het verblijf op Gilze-Rijen stond er voor de Amerikanen deelname aan maar liefst drie internationale oefeningen op het programma. Eén van die oefeningen was een Taceval, een tactical evaluation waarbij de basis in zijn totaliteit door stafofficieren van de NAVO beoordeeld wordt op het functioneren onder “oorlogsomstandigheden”. Deze oefeningen kwamen nog eens boven op het normale programma van 8 TFS, dat overigens t.o.v. het eerste Eagle deployment uitgebreid was. Het programma bestond niet meer alleen uit het escorteren van de jagerbommenwerpers naar en van het front maar uit een meer omvattende air defense taak. Luitenant-kolonel Coy formuleerde het op een typisch Amerikaanse maar wel zeer treffende wijze: “Our objective is to sterilize the sky!”

Starlifters

In 1990 werd opnieuw een deel van de 49th TFW tijdelijk overgeplaatst naar Gilze-Rijen en dit keer ging het maar liefst om een dubbel deployment. Het 7th TFS kwam op 12 juni aan voor Coronet Bullet en twee dagen later bracht het 8th TFS haar Eagles over voor Coronet Shooter. De aankomst op 12 juni verliep overigens niet helemaal vlekkeloos. Eén van de F-15’s had tijdens de overtocht hydraulische problemen gekregen wat bij de landing op Gilze resulteerde in een klapband waardoor het toestel gedeeltelijk naast de baan tot stilstand kwam. Als gevolg hiervan moesten de vier Eagles die op dat moment nog op approach zaten uitwijken naar Soesterberg en konden zich pas een dag later bij de rest van het squadron voegen. Gelukkig was de baan van Gilze-Rijen dit keer volledig operationeel en waren er in de periode van deze deployments maar liefst veertien verschillende Starlifters te zien.

De in totaal 24 Eagles uit New Mexico hadden op dat moment nog steeds een uitgebreide air defense taak en tijdens hun verblijf in Nederland namen de squadrons ook nog eens deel aan de grote NAVO-oefening Central Enterprise. Er werd flink gevlogen en vaak ook buiten de normale “kantooruren” die men van de KLu gewend was. Het resultaat was dan ook een beduidend aantal klachten over geluidsoverlast.

Vleermuizen

Voordat het zover was dat er een einde kwam aan de periode van Gilze-Rijen als vliegtuig-veld kwamen de Amerikanen echter nog één keer op deployment en hoe! Met het absolute deployment van de eeuw transformeerde de USAF ons veld nog één keer tot het Mekka van de militaire luchtvaartenthousiast.

Op 8 juni 1993 heerste er een totale chaos op de Langenbergseweg. Naar schatting 10.000 mensen hadden bezit genomen van dit eenvoudige provinciale verbindingsweggetje tussen twee dorpjes. Aanvankelijk trachtte de politie het verkeer nog in enigszins acceptabele banen te leiden maar deze even dappere als vruchteloze pogingen werden al snel opgegeven en de weg werd afgesloten voor alle verkeer om pas laat in de avond weer vrijgegeven te kunnen worden. De reden voor deze overweldigende belangstelling was elke luchtvaartliefhebber duidelijk: De 49th TFW kwam weer naar Gilze-Rijen, alleen was de wing inmiddels omgedoopt tot 49 FW en de F-15’s hadden plaats moeten maken voor de sinistere en dreigende F-117’s die tot voor kort nog ultra geheim waren en die slechts één keer eerder buiten de VS – in Korea – op oefening waren geweest. Het wachten en rondhangen van de nog nooit eerder vertoonde menigte werd tegen acht uur ’s avonds beloond toen de eerste groep van vier vleermuizen zichtbaar werd aan de hemel ten westen van het veld. In totaal landden er die gedenkwaardige avond acht toestellen van het 7th FS onder commando van overste J. Philips om voor een maand vanaf Gilze te opereren in het kader van de oefening Coronet Havoc.

De doelstelling van Coronet Havoc was niet alleen om de Wing te laten oefenen in het verplaatsen naar en opereren vanuit een onbekend gebied maar ook om de NAVO planners van luchtoperaties te leren hoe ze de F-117 op konden nemen in het totaal van Combined Air Operations. Uiteraard opereren de Black Jets vrijwel uitsluitend bij nacht en dat hield in dat de start van de missies meestal pas ’s avonds na zes uur viel en de laatste toestellen pas rond middernacht weer aan de grond gezet werden.
Ook de KLu Open Dag van dit jaar op Eindhoven profiteerde van dit deployment want zowel op de static als in het vliegprogramma  was een exemplaar van de F-117 te bewonderen. Op 7 juli vertrokken de “Stealths” in alle vroegte weer vanaf Gilze-Rijen. Niet naar huis maar voor een verplaatsing naar Saoedie Arabië, die ongetwijfeld te maken had met de situatie in Irak maar waar de Amerikanen zelf verder niets over kwijt wilden.

Codenaam Periode Unit Type
Coronet Ante 06/09/1977 – 26/09/1977 120 TFS/188 TFS A-7D
Coronet Sidewinder 17/05/1982 – 04/06/1982 27 TFS/1 TFW F-15A
Coronet Mescalero 27/05/1986 – 24/06/1986 7 TFS/49 TFW F-15A/B
Coronet Scout 27/05/1987 – 24/06/1987 8 TFS/49 TFW F-15A
Coronet Bullet 12/06/1990 – 09/07/1990 7 TFS/49 TFW F-15A/B
Coronet Shooter 14/06/1990 – 11/07/1990 8 TFS/49 TFW F-15A
Coronet Havoc 08/06/1993 – 07/07/1993 7  FS/49 FW F-117A