Het 860 squadron is voor maritieme helikopteroperaties uitgerust met de Lynx helikopter. De belangrijkste taak van het squadron is het leveren van vluchteenheden aan schepen van de Koninklijke Marine. Een vluchteenheid bestaat uit een helikopter, vliegende bemanning, onderhoudspersoneel, vliegdekonderofficier en reserveonderdelen zodat het min of meer als een zelfstandige eenheid aan boord van schepen geplaatst kan worden.

Vliegtuigsquadron 860 is door de Nederlandse marineleiding in 1943 in Engeland opgericht. Het doel was om geallieerde konvooien, die tussen Engeland, Amerika en Canada voeren, ook vanuit de lucht te beschermen. De eerste detachementen van VSQ 860 werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ingezet aan boord van twee omgebouwde Shell-tankers, die als vliegdekschip dienst deden. Elk detachement bestond uit zo'n 50 man personeel en drie tot vier vliegtuigen (Fairy Swordfish-tweedekkers). Na het einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa keerde het VSQ 860 terug naar Engeland. Ondertussen waren de Swordfishes ingeruild voor een ander type vliegtuig, de Fairey Barracuda MK III. De Barracuda’s voldeden niet en werden binnen een jaar ingeruild voor de Firefly MK1.

Van 1946 tot 1950 nam Vliegsquadron 860 deel aan de politionele acties in voormalig Nederlands-Indië, vanaf de Hr. Ms. Karel Doorman. Het squadron werd gestationeerd op het marinevliegkamp bij Soerabaya. Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1950 werd het Vliegsquadron 860 buiten dienst gesteld. Een half jaar later was het squadron echter alweer operationeel, opnieuw aan boord van Hr. Ms. Karel Doorman. Ditmaal was het squadron uitgerust met de Hawker Sea Fury, het snelste propeller-aangedreven marinevliegtuig uit zijn tijd.

Na iets meer dan een jaar niet operationeel te zijn geweest, werd het Vliegsquadron 860 in 1957 weer in dienst gesteld. Deze keer met Hawker Sea Hawks-straaljagers. Na een jaar van intensieve trainingen werd het squadron met de nieuwe straaljagers aan boord van Hr. Ms. Karel Doorman geplaatst. De Sea Hawks hebben dienst gedaan tot 1964.

In 1966, na twee jaar buiten dienst te zijn geweest, startte Vliegsquadron 860 opnieuw, ditmaal met Wasp-helikopters. Het squadron werd gestationeerd op Maritiem Vliegkamp De Kooij. Boordvliegploegen van het squadron werden met hun nieuwe helikopters aan boord van verschillende marineschepen geplaatst. De Wasp-helikopters werden ingezet voor onderzeebootbestrijding, als wapendrager (torpedo’s), voor oppervlakteoorlogsvoering, bij de opsporings- en reddingsdienst (OSRD) en voor transportvluchten. De Wasp-helikopters zijn in gebruik geweest tot eind 1980. Daarna zijn de toestellen verkocht aan Indonesië. Al in 1977 was de opvolger van de Wasp, de Lynx-helikopter, in Nederland aangekomen. Een jaar later werden proeven met dit toestel aan boord van fregatten van de Kortenaer-klasse uitgevoerd.

Per 4 juli 2008 zijn de helikopters van de Koninklijke Marine en het Marine Vliegkamp de Kooy ondergebracht in het Defensie Helikopter Commando (DHC). Een van de gevolgen van deze samenvoeging is de naamswijziging van VSQ 860 in het '860 Squadron'. De Lynx zal zijn taken bij 860 squadron blijven vervullen tot zijn opvolger, de NH-90, de boordtaken van de Lynx kan overnemen. Verwacht wordt dat dit rond 2011 zal zijn.